Het madeliefje is verkozen tot nationale bloem. Dat werd bekendgemaakt bij de Nationale Bloem Verkiezing van radioprogramma Vroege Vogels.
Afgelopen weken konden mensen stemmen op vijf kandidaten: de pinksterbloem, het fluitenkruid, de wilde kievietsbloem, de paardenbloem en het madeliefje. 53.000 mensen brachten hun stem uit, de ruime meerderheid koos voor het witte bloempje met een geel hart.
Het is heel Nederlands dat deze is verkozen, zegt botanicus Rogier van Vught in het radioprogramma. “Het zegt iets over onze natuur. Wij moeten het hebben van het hele kleine, waar je oog voor moet hebben, waar je dan van gaat houden.”
Botanisch filosoof Norbert Peeters vult aan: “Het is een bloem die de meeste Nederlanders herkennen. Het zou jammer zijn als je mensen moet uitleggen wat de nationale bloem is.”
Tulp deed niet mee
Veel Europese landen hebben al een nationale bloem: Oostenrijk heeft de edelweiss, België de klaproos en Duitsland de korenbloem. Daarom was het volgens het radioprogramma tijd om een eigen soort te kiezen.
Wie aan Nederland en bloemen denkt, denkt waarschijnlijk al snel aan de tulp. Die stond niet tussen de vijf kandidaten omdat de tulp in Nederland niet in het wild groeit. Het madeliefje bloeit op veel plekken het hele jaar door. Bovendien is de tulp al de nationale bloem van Hongarije én Turkije.
Minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal noemt de verkiezing een “sympathiek initiatief dat mensen bewust laat kijken naar al die prachtige wilde bloemen om ons heen.” Volgens presentator Menno Bentveld zorgt deze verkiezing ook voor meer aandacht voor biodiversiteit in de natuur.